De Wet betaald ouderschapsverlof is gepubliceerd. Werknemers hebben vanaf 2 augustus 2022 recht op een uitkering gedurende 9 van de 26 weken ouderschapsverlof. Ook is in de Wet arbeid en zorg (WAZO) een aanpassing van het aanvullend geboorteverlof doorgevoerd.
Het betaald ouderschapsverlof is een uitwerking van een Europese richtlijn voor een betere werk-privébalans. Werknemers hebben alleen in het eerste levensjaar van het kind recht op de uitkering. Bij adoptie of pleegzorg is dit tot één jaar na opname van het kind in het gezin, mits het kind jonger is dan acht jaar. De uitkering bedraagt 50% van het dagloon en is gemaximeerd op 50% van het maximumdagloon. Het uitkeringspercentage kan voor de inwerkingtreding van de wet nog worden verhoogd tot 70%. De Eerste Kamer heeft hier eerder een motie voor aanvaard.
In het Coalitieakkoord 2021-2025 staat het voornemen om het uitkeringspercentage te verhogen naar 70% van het dagloon.
Verlof blijft doorlopen gedurende reactietermijn
Daarnaast is één wijziging van de WAZO al direct ingegaan. Deze toevoeging betreft het intrekken of stopzetten van het aanvullend geboorteverlof (artikel). Dit kan in twee situaties:
De werknemer vraagt het verzoek tot stopzetting of intrekking schriftelijk aan bij de werkgever, die vier weken de tijd heeft om op dit verzoek te reageren. Het verlof blijft gedurende de reactietermijn van vier weken gewoon doorlopen.
Weigeren mag alleen bij zwaarwegend bedrijfsbelang
Werkgevers mogen een verzoek tot intrekking of stopzetting vanwege opname van een andere verlofvorm niet weigeren. Bij het stopzetten of intrekken vanwege onvoorziene omstandigheden mag dit wel, maar alleen bij een zwaarwegend bedrijfsbelang. In beide gevallen vervalt het aanvullend geboorteverlof als de werknemer het verlof niet binnen zes maanden na de bevalling van de partner opneemt. In een cao kunnen afwijkende afspraken staan over het vervallen van het verlof.