17-06-2025

Minimumuurloon is het 'kale' uurloon

Inmiddels ruim een jaar geleden, op 1 januari 2024, trad de Wet invoering minimumuurloon in werking. In een Kamerbrief evalueerde minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs de uitwerking van de regeling in de praktijk.

Met het invoeren van een minimumuurloon – in plaats van een minimum maand-, week- en dagloon – wijzigde de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) flink. Om te bekijken hoe deze wijziging in de praktijk uitpakte, voerde het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgelopen jaar gesprekken met verschillende partijen die met het minimumuurloon te maken hebben, zoals vakbonden en handhavende instanties.
Uit deze gesprekken blijkt dat het doel van de Wet invoering minimumuurloon breed ondersteunt wordt. Ook zijn partijen positief over het feit dat ze niet meer hoeven te kijken naar de normale arbeidsduur in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) om tot het minimumuurloon te komen.

Loonbegrip uitgelegd

Daarnaast bleek dat verwarring bestaat over het loonbegrip in de WML op basis van twee wetsartikelen. In artikel 6 van de WML wordt loon omschreven als inkomsten in geld die voortvloeien uit een dienstbetrekking, met uitzondering van een aantal specifiek benoemde componenten. Volgens artikel 6 zijn toeslagen voor ploegendiensten (artikel) en onregelmatig werk bijvoorbeeld loon. Het loonbegrip op basis van dit artikel suggereert dat verschillende looncomponenten gebruikt kunnen worden om aan het wettelijk minimumloon te voldoen.
Dit is echter niet in lijn met artikel 8 van de WML. Artikel 8 stelt namelijk dat het wettelijk minimumuurloon het ‘kale’ uurloon betreft. Zo zorgen de twee wetsartikelen voor onduidelijkheid en is volgens minister Van Hijum een aanpassing van de wet nodig. Bij het wettelijk minimumuurloon gaat het namelijk om het basisuurloon, zoals staat in artikel 8, zonder dat toeslagen of andere extra’s kunnen worden meegerekend om tot het wettelijk minimum te komen.

Minimumuurloon voor meerwerk

Ook heeft de invoering van een minimumuurloon een onbedoelde bijwerking op het gebied van meerwerk en overwerk (artikel), volgens de minister. Volgens artikel 13a van de WML is voor ieder overuur het wettelijk minimumuurloon verschuldigd. Ook werknemers die een aanzienlijk hoger loon hebben dan het minimumloon, hebben hierdoor onbedoeld recht op het minimumuurloon voor ieder overuur. Vóór de invoering van het minimumuurloon had artikel 13a alleen effect op werknemers die op of rond het minimumloon verdienden.

Wetswijziging per 2027

Minister Van Hijum geeft in de Kamerbrief  aan eind 2025 met de wetswijziging ter verduidelijking van de WML aan de slag te willen gaan. Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel onderdeel wordt van de Verzamelwet SZW 2027 en per 1 januari 2027 in werking treedt.

Naar publicatie van: Salaris Rendement van 14 mei 2025